De jongen met de mooie ogen
Wanneer ik mijn fiets pak, weet ik al dat ik nooit meer op tijd ga komen. Precies als ik aan kom rijden, springt het stoplicht op rood. Ik overweeg om gewoon keihard door te fietsen en maar te hopen niet geraakt te worden. Tot ik aan de overkant een politieauto zie staan, zo hard als ik kan rem ik.

Ik kijk op mijn mobiel en zie dat ik nog vijf minuten heb, dat ga ik dus nooit meer redden want vanaf hier naar het station is het al zeker zeven minuten. De eerste twee lessen hebben we les van Mevrouw de Graaf en bij haar mag je er alleen in als je een goede reden hebt voor het te laat komen.

Het licht is inmiddels op groen gesprongen en ik fiets zo hard als ik kan weg. Ik kan een hele tijd door fietsen en met veel geluk haal ik mijn trein misschien nog wel. Ik probeer mijn mobiel te pakken, maar mijn tas zakt van mijn schouder af waardoor ik de controle over mijn stuur verlies. Binnen vijf seconden lig ik op de grond.

“Wat een kolere dag,” fluister ik en bijt op mijn lip om de tranen tegen te houden.
“Gaat het? Je viel best hard,” vraagt ineens een stem naast me. Ik kruip onder mijn fiets vandaan en kijk van wie de stem is. Naast me staat een jongen met blonde krullen en een goed figuur. Kleur ogen onbekend omdat hij mijn fiets controleert op eventuele schade.

“Ja, het gaat wel. Ik leef nog. Bedankt,” antwoord ik en probeer te glimlachen. Bruin, groen, grijs en dan een combinatie van die drie. De kleur van zijn ogen.
“Geen dank! Ik ben allang blij dat je nog leeft,” antwoordt hij en lacht vriendelijk naar me. Zijn ogen zijn zo mooi dat ik even niet weet wat ik zeggen moet.

“Eigenlijk moet ik naar school, maar ik heb mijn trein nu toch al gemist. Dus heb je misschien zin om te ontbijten?” vraag ik. Misschien dat vandaag toch nog een leuke dag kan worden.
“Bedankt voor het aanbod maar ik moet helaas naar mijn werk. Sorry,” antwoordt hij vriendelijk.
“O nee, maakt niet uit. Succes op je werk,” antwoord ik en voel me stom. Waarom zou hij met een onbekend meisje willen ontbijten?
“Dank je. Jij succes met school en pas op dat je niet meer valt,” antwoordt hij lachend en loopt dan weg.

Ik voel me een enorme sukkel en sta nog een paar minuten verward naar de plek te kijken waar hij verdween. Dan draai ik me om, pak mijn fiets op en fiets naar het station.