Een leerling op het Nieuwe Eemland, een school in Amersfoort, mag ondanks haar dyscalculie geen hulpmiddel gebruiken bij de eindexamens. Volgens de Commissie Gelijke Behandeling  (CGB) wordt het meisje hiermee gediscrimineerd.

Vanaf de brugklas mag de leerling al een formulekaart bij wiskunde A en economie gebruiken. Omdat ze last heeft van dyscalculie, een soort dyslexie op wiskundig gebied, kan de scholier geen formules onthouden. Toen het meisje vroeg of zij het ook mocht gebruiken bij de eindexamens, kreeg ze te horen dat het niet mag.

De CGB vindt het discriminerend. Ze noemen het “verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte.” Volgens de wet is het gebruiken van een formule kaart sinds 2009 verboden. De bestuursvoorzitter van de school staat hiermee voor een dilemma: “Aan de ene kant heb ik de uitspraak van de commissie, aan de andere kant de wet. Ik heb de onderwijsinspectie gevraagd of ze de kaart willen gedogen.”

Terecht?

Scholieren met dyslexie krijgen wel een beetje hulp bij hun eindexamens. Deze leerlingen kunnen namelijk auditieve ondersteuning krijgen en mogen langer over het examen doen. Omdat leerlingen met dyscalculie echter geen formulekaart mogen gebruiken, wordt dit gezien als discriminatie. Ik vind dit nogal overdreven, het is tenslotte een landelijke regel. Daarnaast is een formulekaart met voorgekauwde informatie toch wat anders dan auditieve ondersteuning.