Veel jongens houden erg van voetbal en hebben er ook veel verstand van. Het zou leuk zijn als wij begrijpen wat ze nou precies zeggen, maar voor voetbal lijkt het wel alsof je een andere taal moet spreken. Daarom heb ik voor jullie een aantal voetbaltermen vertaald.

Achilleshiel

De zwakste speler van de tegenpartij wordt vaak achilleshiel genoemd.

Achterhoede

De achterhoede bestaat uit alle verdedigers bij elkaar.

Assist

Een speler geeft een medespeler hulp door een voorzet te geven. Hierdoor kan de medespeler scoren.

Blessuretijd

Een voetbalwedstrijd duurt 90 minuten. Als er blessures en wissels zijn, wordt deze tijd boven op de 90 minuten geteld.

Buitenspel

Behalve de keeper moet er nog een verdediger van de tegenpartij bij het doel staan om te scoren. Als er toch gescoord wordt terwijl er geen verdediger tussen de speler en het doel is, wordt dit buitenspel genoemd en is het doelpunt niet geldig.

Corner

Dit is een manier om het spel te hervatten. Er wordt een hoekschop gegeven waardoor er gescoord kan worden.

Degraderen

Dit gebeurt als het voetbalteam een klasse lager gaat spelen, het tegenovergestelde van promoveren.

Gele kaart

De eerste gele kaart is een waarschuwing voor onsportief gedrag. Bij de tweede gele kaart wordt de gele kaart omgezet in een rode kaart en moet de speler onmiddellijk het veld verlaten.

Hands

Als de bal tegen de hand van een speler komt wordt het hands genoemd.

Inworp

De speler brengt de bal vanaf de zijkant weer in het spel door deze van boven het hoofd te gooien.

Kruising

De kruising in de hoek van het doel waar de lat en de paal samenkomen.

Middenveld

De spelers die tussen de verdediging en spitsen staan.

Muur

Bij een vrije trap gaat een rij voetballers tussen het doel en de bal staan om het doel te verdedigen.

Penalty

Een vrije trap wordt genomen vanaf 11 meter zonder dat er spelers tussen staan. Dit wordt ook wel pingel of strafschop genoemd.

Promoveren

Dit houdt in dat het team een klasse hoger gaat spelen, het tegenovergestelde van degraderen.

Rode kaart

Om een rode kaart te geven zijn speciale regels bepaald, het gaat altijd om onsportief gedrag of om een eerder gekregen gele kaart. Bij het krijgen van een rode kaart moet de speler direct het veld verlaten en de speler mag niet vervangen worden.

Schwalbe

De speler doet alsof hij het slachtoffer is van een overtreding om een vrije trap of penalty te krijgen. Als de scheidsrechter dit door heeft, wordt dit bestraft met een gele kaart.

Spits

Dit is de hele voorhoede bij elkaar.

Tackle

Een speler probeert snel de bal van de tegenspeler te veroveren.

Verlenging

Bij gelijkspel kan het zijn dat de wedstrijd na 90 minuten verlengd wordt. Dit omdat er een winnaar bepaald moet worden.

Voorhoede

De aanvallers bij elkaar.

Wisselspeler

Deze spelers staan niet gelijk vanaf het begin in het veld maar zijn er om andere spelers te vervangen, bijvoorbeeld bij een blessure.