Voor meiden die een Sinterklaasgedicht moeten schrijven, maar er eigenlijk niet zo goed in zijn heb ik een aantal tips opgezocht. Natuurlijk kun je tegenwoordig gewoon een Sinterklaasgedicht van het internet afhalen maar dat is een stuk minder persoonlijk dan een gedicht wat door jou geschreven is.

Niet meteen beginnen
Niet meteen beginnen met schrijven van het gedicht, probeer je eerst in te leven in de persoon aan wie je het gedicht richt. Het is handig om alles wat je over deze persoon weet even op te schrijven. Kies daar een aantal bruikbare trefwoorden uit die je later in het gedicht kunt verwerken. Je kunt ook kiezen om 1 van de cadeaus in het gedicht te verwerken.

Zorg ervoor dat het gedicht niet te lief maar ook zeker niet te negatief wordt. Beide past niet bij Sinterklaas.

Wees origineel!
Probeer clichés als ‘Sint zat te denken, wat hij jou nu weer zou schenken’ te vermijden want die kennen we nu wel. Het is een stuk leuker om een gedicht te lezen wat echt speciaal voor jou geschreven is en die geen clichés bevat.

Korte gedichtjes
Maak van alle trefwoorden een klein gedichtje van 4 tot 8 regels.  Deze gedichtjes kun je aan het eind in elkaar schuiven. Let erop dat de kleine gedichtjes uit goedlopende zinnen bestaan en dat er dus geen kromme zinnen in staan.

Kies tussen een gedicht dat rijmt of een gedicht dat niet rijmt, maar gebruik geen woorden die net niet rijmen. Je kunt hierbij een (online) rijmwoordenboek gebruiken.

In elkaar schuiven
De korte gedichtjes kun je in elkaar schuiven, maar zorg er wel voor dat het een logische volgorde heeft en dat de gedichtjes goed in elkaar overlopen. Eindig het Sinterklaasgedicht met een spectaculair einde, zoals een compliment of juist een plaagstootje.

Hardop
Als je het gedicht hardop aan jezelf voorleest, hoor je al of het makkelijk te lezen is en of het goedlopende zinnen zijn. Wanneer jij er zelf al niet uit komt is het voor iemand die het voor het eerst leest helemaal lastig.

Succes!