Klein zijn heeft zo zijn voordelen. Jongens zijn vrijwel altijd groter, je hebt nooit moeite met ergens onderdoor lopen en mensen zien je vaak al direct als een lief meisje. Helaas heeft klein zijn ook zo zijn nadelen.

  1. Je komt nergens bij

    Maar dan ook echt nergens. Springen werkt ook maar af en toe, waardoor je eigenlijk altijd jezelf moet vertrouwen op je klimkunsten.

  2. Boodschappen doen is een ramp

    De bovenste schap, helemaal achteraan staat nog dat ene pesto potje. En jij hebt die nou echt nodig. Omdat je klein bent, kom je er niet bij. Door op de onderste reling te staan en jezelf heel erg uit te rekken lukt het soms nog net om het potje via de onderkant naar voren te schuiven.

  3. Je moet altijd je ID laten zien

    Klein zijn betekent ook vaak er direct jonger uitzien. Je ID laten zien hoort daar natuurlijk ook bij. Gelukkig weten we dit ondertussen wel en hey, later heb je hier misschien weer profijt van.

  4. Knuffelen is niet altijd even fijn

    Een knuffel van je lange vriendin eindigt altijd met jouw gezicht bij haar boobs. Gelukkig kan zo’n knuffel wel erg fijn zijn bij een man.

  5. Te veel grapjes

    “Oh, dus zo ziet jouw wereld eruit!” krijg je te horen als ze even bukken en even groot zijn als jij.

  6. Mensen gebruiken je als armsteun

    Gewoon, nee!

  7. Stoelen of banken zijn te hoog

    En dan bungelen je voeten zo mooi boven de grond als je goed op de bank zit. Even voel je je dan weer vier jaar.

  8. Spiegels bij vrienden thuis zijn niet leuk

    Je ziet namelijk alleen je voorhoofd.

  9. Hard moeten lopen

    Want jouw benen zijn kort en die van je vriendinnen niet. “Wacht op mij!”

Foto: Unsplash